Maarten Altena (1943) studeert contrabas aan het Amsterdams Conservatorium en neemt later privé-lessen compositie bij Robert Heppener (1980-’85). Aanvankelijk actief als improvisator, richt hij in 1980 het Maarten Altena Ensemble op, waarvoor hij door de jaren heen tientallen composities schrijft. Daarnaast componeert hij voor verschillende andere ensembles, solisten en orkesten, en schrijft hij muziektheater en muziek voor dans. Met het Maarten Altena Ensemble trad hij, aanvankelijk nog als bassist maar sinds 1997 alleen als artistiek leider, op in Europa, de Verenigde Staten, Mexico, Japan en Rusland.
In 2005 neemt hij na vijfentwintig jaar afscheid als artistiek leider van het MAE om zich volledig op het componeren te richten. Sinds die tijd componeerde hij onder andere Song Book (Words of Whitman) (2008) voor het Metropole Orkest en Claron McFadden, Scattered Scenes (2008) voor het Amstel Quartet, Scrape, Scratch & Shake (2006) enTable Piece (2007) voor Slagwerkgroep Den Haag, en het muzikale sprookje De tapijtenweefster (2010) op tekst van Abdelkader Benali voor het Nederlands Blazers Ensemble, Claron Mc Fadden en Mattijs van de Woerd, enUp and Up | Down and Out voor het ASKO|Schoenberg, op tekst van Tijs Goldschmidt. In november 2011 legde hij de laatste hand aan Slam, Pluck and Blow voor Ensemble Klang. In de loop van 2012 zal hij beginnen te werken aan een opera over de schaduw voor Slagwerk Den Haag, op tekst van Frank Vande Veire (2013/2014), en aan een pianosolo voor Reinier van Houdt.
Over Beasts & Birds:
Claron McFadden is een van mijn favoriete musici en ik had een prachtige tekst van Charles Darwin gevonden die ik graag op muziek wilde zetten. Toen David me vroeg iets te maken voor zijn band, leek het me een goed idee om die twee zaken met elkaar te verbinden, en zo ontstond Beasts & Birds.
Charles Darwin to Emma Darwin, April, 1858:
Moor Park
The weather is quite delicious. Yesterday …I strolled a little beyond the glade for an hour and a half…At last I fell fast asleep on the grass, and awoke with a chorus of birds singing around me, and squirrels running up the trees, and some woodpeckers laughing, and I did not care a penny how any of the birds or birds had been formed.
The weather is quite delicious. Yesterday, after writing to you, I strolled a little beyond the glade for an hour and a half, and enjoyed myself the fresh yet dark green of the grand Scotch firs, the brown of the catkins of the old birches, with their white stems, and a fringe of distant green from the larches, made an excessively pretty view. At last I fell fast asleep on the grass, and awoke with a chorus of birds singing around me, and squirrels running up the trees, and some woodpeckers laughing, and it was as pleasant and rural a scene as ever I saw, and I did not care one penny how any of the beasts or birds had been formed.
… squirrels runnung up the trees …
… woodpeckers laughing …
… birds singing …
… and I did not care how any of the beasts or birds had been formed …