Corrie van Binsbergen (1957) is gitariste, componiste en artistiek & zakelijk leider van Stichting Brokken, waarmee ze grensoverschrijdende projecten initieert, zoals Corrie en de Grote Brokken, een samenwerkingsverband van kopstukken uit de Nederlandse pop en jazz en de serie ‘Schrijvers in Concert’, een verrassende combinatie van muziek en literatuur, met onder meer Remco Campert, Kees van Kooten, Toon Tellegen en Ramsey Nasr. In 2010 maakte zij met acteur/schrijver Josse De Pauw de opera ‘over de bergen.’ Van Binsbergen studeerde klassiek gitaar aan het Utrechts Conservatorium en studeerde af in 1984. Al tijdens haar studie speelde ze ook elektrisch gitaar en basgitaar. Ze is al meer dan 25 jaar actief op een zeer breed terrein in de muziek (van hedendaags gecomponeerd tot pop en jazz en van theater- en dansproducties tot het circus) en speelde op vele festivals in binnen- en buitenland. Die brede muzikale achtergrond vindt zijn weerklank in haar muziek en die is daardoor niet direkt in een bestaande categorie onder te brengen. Van Binsbergen heeft zowel in haar composities als in haar gitaarspel een geheel eigen stijl en idioom ontwikkeld. In 1999 ontving zij de prestigieuze VPRO/Boy Edgar prijs vanwege haar creativiteit, vakmanschap en veelzijdigheid. Zij ontving compositieopdrachten voor onder meer het Holland Festival, NPS, Asko Ensemble, Filmmuseum, VPRO Villa Achterwerk, Nederlands Blazers Ensemble, Radio Symfonie Orkest, Zappstrijkwartet, Loeki Stardust & Mondriaan Strijkkwartet, Electra Ensemble, David Kweksilber Big Band en Asko|Schönberg & Barbara Hannigan.
www.corrievanbinsbergen.com
Over Hemel:
Mijn opzet was om zoveel mogelijk alle facetten van de band te gebruiken; de precisie van een gezelschap dat hedendaags repertoire uitvoert, tegenover de improvisatie-kracht van – in dit stuk – trombonisten Joost Buis en Wolter Wierbos. Pianist Guus Janssen heb ik aantal intrigerende akkoorden gegeven en de opdracht daarop verder door te improviseren, hetgeen hij als geen ander kan. Een bijzondere rol is ook weggelegd voor tapdanser Peter Kuit. Hij heeft net als de musici een partij in de partituur. Door hem bepaalde accenten (klinkend en visueel) te laten doen, krijgt het geheel een verrassende dimensie erbij. De tekst ‘Hemel’ van Armando was inspiratiebron voor het basismateriaal.